top of page

Geschiedenis van de JoVA-scouts 

Het ontstaan van de JoVA-scouts (1938–1940)

524955_514593338583212_1904298064_n.jpg

Al in 1938-1939 bestonden er plannen om de enige scoutsgroep in Gentbrugge, de Hubert de Bruyker scouts (HDB), uit te breiden met een afdeling in het Arsenaal van Gentbrugge. De toenmalige verkennersleider en groepsleiding van de HDB en ook districtscommissaris van van het Verbond der Vlaamse Katholieke Scouts (V.V.K.S.), Walter Pattoor besliste in 1940 dat er een tweede scoutsgroep moest komen, want de HDB had zoveel succes dat ze de toevloed aan jongens niet aan konden.

​

Joris Van Avermaet (1918-1940), toen patrouilleleider binnen de HDB, werd samen met enkele andere patrouilleleiders aangewezen om deze nieuwe scoutsgroep op te starten in het Arsenaal. Hij maakte de start van de nieuwe groep echter nooit mee. In mei 1940 sneuvelde Joris Van Avermaet aan het front bij Zomergem, amper 21 jaar oud.

​

Een goede vriend van Joris Van Avermaet, René Smedt, nam de taak over en startte de JoVA- scouts definitief op. Uit eerbetoon besloot hij om die te vernoemen naar Joris Van Avermaet. Maar ook René Smedt haalde de eerste vergadering niet. Hij werd ziek aan tuberculose en moest zijn functie neerleggen. ​

​

Uiteindelijk werden er lokalen verkregen in het bolderslokaal schuin tegenover de Sint-Eligiuskerk. Hubert Bossaert en Paul Vandenbussche werden de eerste groepsleiding, en uiteindelijk, op 22 december 1940 startte de eerste vergadering van de verkenners. Zoals toen gebruikelijk, bestond de groep enkel uit een verkennerstak voor jongens van 12 tot 18 jaar.
 

Oorlogsjaren en eerste stappen (1940–1945)

Het waren moeilijke oorlogsjaren. Elke jongerenwerking die nog leek op iets van militarisme, werd verboden. Uniformen dragen was toen ook verboden. In die tijd droegen de scoutsen van Gentbrugge een wit hemd met korte broek. Later kwam daar ook de onafscheidelijke scoutsdas bij. De activiteiten stonden onder strenge controle van de Duitse bezetter waardoor sporenzoeken, kaartlezen of andere technieken in het openbaar niet mochten worden beoefend. Daarom gingen de activiteiten tijdens de oorlog vaak door op de binnenplaats van de parochieschool St. Genoisstraat.

​

Toch groeide de groep snel uit tot vier patrouilles van elk acht leden, met namen als Paul Van den Bussche, Jozef Van Damme en Joris Bossaert onder de eerste leden.

 

Niet veel later kwam er ook een welpentak, opgericht door Godelieve De Vijlder. Zij werd de eerste Akela van de JoVA-scouts. Omdat uniformen duur waren, maakte Godelieve zelf welpenpetjes uit biljartlakens en groene truien met de hand. 

 

Toen de welpentak het Bolderslokaal in gebruik nam, verhuisden de verkenners eerst naar een schuur in de Jules de Saint-Genoisstraat, ter hoogte van wasserij Sneeuwwitje. Later verhuisden ze naar beschadigde woningen in dezelfde straat, die door bombardementen onbewoonbaar waren verklaard.

​

De band met de HDB bleef sterk. Op 19 januari 1941 vonden er verbroederingsactiviteiten plaats tussen de twee scoutsgroepen. 
 
Onderpastoor Van Goethem was in die dagen de aalmoezenier van de JoVA-scouts, na hem kwam E.H. Verroken, en zo volgden er nog veel meer.

 

Uitbouw en evolutie van JoVA (1945–heden)

Na de oorlog verhuisden de JoVA-scouts naar de kelder van de parochiale kring in de Alfons Biebuycklaan, en tegen het einde van de jaren 1950 naar de toenmalige Lusthofstraat (nu Jovastraat), waar ze vier houten blokhutten bouwden die jarenlang de thuisbasis van de JoVA-scouts bleven.

​

In de jaren 60 organiseerde de VVKS (Vlaamse Verkenners en Katholieke Scouts) in die periode nationale “patrouille- en groepswedstrijden” zoals sjorren, kaartlezen, koken en oriëntatie. De winnaar hiervan mocht steeds naar internationale jamborees (scouts ontmoetingen).

De JoVA-scouts won in 1969 die trofee en ze mochten naar Duitsland. Helaas brak toen de varkenspest uit in Duitsland waardoor de scoutsmeeting werd afgelast.

​

Begin jaren 70 werd de Lusthofwijk verkaveld en moesten de JoVA-scouts hun blokhutten verlaten. In ruil mochten ze gebruikmaken van de boerderij van boer De Nul in de Nelestraat.

​

In 1979 startte de scouts op eigen initiatief en eigen kosten de inrichting van het verkennerslokaal in de overgebleven schuur. In 1981 startte Stad Gent de renovatie, en maakte ervan het scoutslokaal dat we vandaag de dag nog steeds gebruiken. In 1983 werd het lokaal officieel opengesteld en verhuisde de JoVA-scouts naar de Nelestraat. 

​

In 1986, onder groepsleiding Ward Robert, werd de JoVa-scouts een gemengde scouts en waren er voor het eerst ook meisjes welkom. 

Niet veel later, onder groepsleiding Stefan De Schrijver werd de Tabacso-fuif geboren, een evenement dat jarenlang een groot succes bleef.

​

In 2020 werd het terrein aan de Nelestraat uitgebreid met een duurzame nieuwbouw naast het oorspronkelijke lokaal. Dankzij dit extra gebouw beschikt de JoVA-scouts vandaag over meer ruimte en comfort voor vergaderingen en activiteiten, een belangrijke stap in de voortdurende groei van onze scouts.
 

image.png
image.png
bottom of page